Ik ben lui.

Ik ben boos op mijzelf.
Ik ben niet meer wat ik vroeger was.
Ik ben een slappe lul. De wilskracht heeft geen wil meer.
Gezond verstand is afgevallen, door mijn ongezonde gedrag.
Ik help mijn geheugen naar de klote, verpest mijn lichaam.
Alles blijft wazig, tot ik mijn ogen sluit.
Ik ben tegenstrijdig zonder strijdlust.
Ik laat dingen toe die ik niet hoor toe te laten.
De hogere macht heeft het hef niet meer in eigen hand.
Waar is de daadkracht? Waar ben je gebleven?
Weggelopen, uit pure luiheid.

Geen opmerkingen: